Eerste Goochelcongres van de NBG
Al vóór 1950 werden er goochelcongressen in Nederland gehouden, zoals de zogenaamde Bondscongressen en internationale congressen. In 1958 organiseerde de Nederlandse Magische Unie in Hilversum zijn eerste goochelcongres. Omdat een redelijk pension zo’n 13 gulden per persoon per overnachting kostte (inclusief ontbijt), wat een hoop geld was voor die tijd, kwam het wel voor dat er in de buurt van een congres door clubleden in een tentje werd geslapen. Maar zo zagen bijvoorbeeld Bert Visscher en Piet Hart op het NMU-congres voor het eerst de beroemde Fred Kaps.
In 1965 besloot het jonge NBG-bestuur met Piet Hart, die het voorzitterschap van meester Hadé had overgenomen, Co Voerman (secretaris), Bert van Schaik (secretaris) en Terhaak (penningmeester), om een goochelcongres te organiseren. Een geschikte betaalbare locatie werd gevonden bij het restaurant Brinkman op de Grote Markt in Haarlem. De Hildebrandzaal van Brinkman bood matige toneelfaciliteiten, nauwelijks kleedkamers, maar het was er heel erg gezellig. Omdat er in die tijd maar weinig geld was en er ook maar weinig geld van deelnemers gevraagd kon worden ging men op zoek naar sponsors. Door financiële toeschieters en door de eigen inzet van de clubleden, waarbij er veel geknipt en geplakt werd, konden er mooie congrespakketten gemaakt worden. Het insigne van het congres bestond uit een zilveren hand met balletjes.
Dat men op zoek ging naar sponsors was voor die tijd echt uniek. Zo werd bijvoorbeeld de sponsor Bruynzeel gevonden die zorgde voor de kramen van de dealers, waardoor er voor het eerst eens iets leuks van de dealershow gemaakt kon worden. Een ander voorbeeld is de wens van de NBG om kindervoorstellingen te kunnen geven op het congres. Ze wilden daarvoor de kinderen van de kinderdagverblijven in Haarlem uitnodigen, maar om al die kinderen naar het congres te laten komen was geld nodig. De NBG heeft toen de heer Gerrit (Albert-)Hein een brief geschreven met de plannen voor het Congres. Gerrit Hein wilde dit goede initiatief zeker sponsoren en wilde er géén reclame voor terug. Mogelijk betaalde hij de sponsorbijdrage uit eigen zak. Het ging om een bedrag van twaalfhonderd gulden (600 kinderen x 2 gulden). Hierdoor konden de kinderen dus daadwerkelijk uitgenodigd worden.
Ook nieuw was een optocht die door Haarlem werd gehouden met daarbij een optreden van illusionisten in ‘de Hout’ met als hoogtepunt het close-up goochelen in het openluchttheater in bloemendaal, waar de congresdeelnemers met bussen naar toe werden vervoerd. Door het jonge NBG bestuur was er echter geen rekening met het weer gehouden, waardoor een goed geoefende postzegelact, door de harde wind, de lucht in vloog! Voordat het congres gehouden werd, werden Piet hart en Co Voerman opgebeld door Harry Thiery. Dit was een jongen, opgegroeid in Haarlem, ontdekt en begeleid door meester Hadé. Harry Thiery wilde graag mee doen met de goochelwedstrijd op het congres, maar niemand mocht dit verder weten. Nu was het in die tijd algemeen bekend onder goochelaars dat als je in Nederland een prijs wilde winnen met goochelen, dan moest je je laten coachen door Henk Vermeyden. Henk Vermeyden was op zich geen goochelaar, maar een soort manager / coach, die in die tijd, wat betreft het goochelen in Nederland, overal een vinger in de pap had. Hij was president van de NMU geweest, hij was de uitgever van het goochelblad Triks en hij was onder andere de coach van Fred Kaps. Internationaal was hij ook jarenlang secretaris van het FISM. Als bijvoorbeeld een goochelaar in die tijd op de TV kwam dan had Henk Vermeyden daar zeker invloed op gehad. Henk Vermeyden zat bij goochelcongressen ook altijd in de jury en regelde alles, waardoor van tevoren eigenlijk al bekend was naar wie de eerste prijs (toen nog Grandprix genoemd) ging. Nu was er dus Harry Thiery die zich inschreef onder de artiestennaam ‘Di Sato’ (de duivel). Alleen Co Voerman, Piet Hart en Bert van Schaik wisten dat deze jongen zo zou optreden. Op de dag van zijn optreden onderging Harry Thiery, in de slagerij van Brinkman, een bijzondere metamorfose tot duivel. Hij zag er zo mooi en echt uit en zijn optreden was zo ontzettend goed, dat de jury niet anders kon dan Harry Thiery de Grand Prix te geven. Dit was dus een zeer talentvolle goochelaar, die buiten de invloed van Henk Vermeyden om, de Grandprix won, wat toen nog niemand voor mogelijk had gehouden. Het slotgala van het congres was ook schitterend. Het Gala werd gehouden in het concertgebouw in Haarlem met onder andere een optreden van de Mounties (met Piet Bambergen en toen nog Fred Bouvier). De NBG had dus een congres georganiseerd die anders van inhoud en samenstelling was dan eerdere congressen. Bovendien bleek de NBG, bij het berekenen van zijn schulden, quitte gespeeld te hebben en de twaalfhonderd gulden van Gerrit Hein waren over. En dat was veel geld voor die tijd. Dus de NBG had een congres georganiseerd dat ontzettend goed was bevallen bij de congresdeelnemers (ook internationaal) en bovendien was het het eerste congres waar de NMU géén geld bij hoefde te leggen! Door dit succes, dat te danken was aan de grote inzet van de NBG clubleden én hun partners, kreeg de NBG in goochelend Nederland dan ook de naam van ‘de club waar men weet hoe het moet!’.
De NBG heeft de volgende NMU Congressen georganiseerd:
1965 Haarlem – 15e NMU Congres
1978 Noordwijkerhout – 27e NMU Congres
1981 Noordwijkerhout – 29e NMU Congres
1987 Noordwijkerhout – 34e NMU Congres (t.g.v. 40 jaar NBG)
1992 Haarlem – 39e NMU Congres
1997 Haarlem – 43e NMU Congres (t.g.v. 50 jaar NBG)
2007 Haarlem – 53e NMU congres (t.g.v. 60 jarig NBG)
2017 Hoofddorp – 56e NMU congres (t.g.v. 70 jarig NBG)